Het is de eerste terrasdag van het jaar en daar moet van genoten worden. Wit wijntje, jas aan en de bleke snoetjes richting de zon; zo zitten we naast elkaar in de Bossche binnenstad. We praten over racen en rusten, fijne en lastige opdrachtgevers en natuurlijk over mooie en erge zinnen. Zoals dat gaat als je drie tekstschrijvers bij elkaar zet. Tot verrassing van Chantal en mij kent Lenneke de hit van Corry Konings en de New Kids niet. En dan begint het.
C: ‘Dat nummer heet Hoeren neuken, nooit meer werken.’
L, proestend: ‘Wát?’
Ik: ‘Het is toch Hoeren, neuken, nooit meer werken? Met twee komma’s? Met hoeren in de betekenis van hoeren en snoeren?’
C: ‘Nee joh. Het is ‘hoeren neuken’. Kijk maar op You Tube.’
L: ‘Misschien staat er een punt in en is het ‘hoeren neuken nooit’.’
Ik: ‘Ja! En dan een uitroepteken achter ‘meer werken’! Want dat moeten ze dan!’
We gieren van de lach, wat een leesteken al niet kan doen! De rest van het terras denkt vast dat we het over foute versiertrucs hebben. Of over blunders op het werk. En in elk geval dat het hard gaat met die wijn.
C: ‘Hier moet je een column over schrijven. Dan noem je hem ‘Hoeren neuken, kommaneuken.’
L: ‘Ik zou hem ‘Hoeren neuken nooit.’ noemen. Die leest vast iedereen.’
We grijnzen naar elkaar. Dan keren we ons gezicht weer naar de zon.