Dries verbijt zich tegenwoordig met bewonderenswaardige grootmoedigheid, als hij een spelletje Duizenden verliest. ‘Goed gespeeld’, perst hij er dan met zichtbare moeite uit; of het gemeend is waag ik te betwijfelen. Bart is van een heel ander kaliber, daar hoef je zelfs geen geveinsde sportiviteit van te verwachten. Die kwakt zonder enige gêne het hele Mens-erger-je-niet bord om, als hij er te vaak naar zijn zin wordt afgeknikkerd. Om vervolgens onder de tafel te gaan zitten mokken.
Winnen of verliezen… mij doet het beide weinig. Toen het Nederlands elftal afgelopen zomer de WK-finale verloor (van wie ook weer?) voelde ik alleen iets van mededogen met al die voetbalvrouwen die nu dagenlang met chagrijnige mannen zaten opgescheept. Ik was verstandig genoeg om niet te zeggen dat het maar een spelletje was.
Afgelopen week vertelden Carla en Hennie van GGZ Oost Brabant dat we (!) de eerste prijs hebben gewonnen met het OR-jaarverslag van afgelopen jaar. Dat was opgezet als OOR, het muziektijdschrift. Het thema (u voelt ’m al): luisteren naar je achterban. En dat dan enorm creatief verweven met de muziekvoorkeur van de geïnterviewden. Of ik blij was met die prijs? Zeker wel. Maar om eerlijk te zijn werd ik veel blijer van de eigenzinnige ontwerper. Hij daagde me uit voor elk artikel een kop te verzinnen, die sloeg op de favoriete muziek van de geïnterviewde, de rol van de OR én een actueel thema uit 2009. Kijk, daar zet ik nu graag mijn tanden in. Wat dat betreft begrijp ik de verbetenheid van die Suárez dan wel weer.